Beter-niet-doen-lijst voor huisartsen

Aurora van de Loo
12 juli 2022
2 min

Er bestaat al een beter-niet-doen-lijst voor verpleegkundigen en medisch specialisten, maar nu is er ook een lijst voor huisartsen opgesteld. Via een online vragenlijst prioriteerden Nederlandse huisartsen dertig beter-niet-doen-aanbevelingen, geselecteerd uit huisartsenrichtlijnen, ten behoeve van het terugdringen van laagwaardige zorg.

Laagwaardige zorg levert weinig of geen voordeel op voor de patiënt, verspilt middelen en kan schade veroorzaken. Expliciete beter-niet-doen-aanbevelingen in klinische richtlijnen zijn een eerste stap in het verminderen van laagwaardige zorg. In de huidige studie zijn daarom aanbevelingen uit algemene praktijkrichtlijnen voor huisartsen geïdentificeerd en geprioriteerd. Het gaat daarbij specifiek om aanbevelingen die oproepen om iets niet te doen of terughoudend te zijn.1

Methoden

Het onderzoek richtte zicht op de Nederlandse eerstelijnszorg. Als eerste zijn de beter-niet-doen-aanbevelingen geïdentificeerd door middel van een systematische beoordeling van 92 Nederlandse huisartsenrichtlijnen. Dit resulteerde in 385 beter-niet-doen-aanbevelingen. Als tweede werden de aanbevelingen geselecteerd die betrekking hadden op veel voorkomende aandoeningen. Ten derde werden, middels een aselecte steekproef, 5000 Nederlandse huisartsen uitgenodigd voor een online enquête. Daarin moesten ze de aanbevelingen prioriteren op basis van vier criteria. Een schaal van 1 (nooit) tot 6 (heel vaak) werd gebruikt voor het beoordelen van de prevalentie van de betreffende klinische aandoening en voor het inschatten hoe vaak de genoemde laagwaardige zorg door huisartsen werd aangeboden. De potentiële schade werd beoordeeld op een schaal van 1 (geen) tot 5 (groot). De potentiële kostenreductie werd beoordeeld op een schaal van 1 (niet mee eens) tot 5 (volledig mee eens), met een 'ik weet het niet'-optie (optie werd geëxcludeerd bij analyse). Aanbevelingen met een mediane score > 12 werden geselecteerd.1

Resultaten

In totaal vulden 440 huisartsen de enquête in. Het selectieproces leidde tot dertig geprioriteerde aanbevelingen welke werden opgenomen in de beter-niet-doen-lijst. De aanbevelingen hadden betrekking op medicamenteuze behandelingen (n = 12), diagnostiek (n = 10), verwijzing naar een andere professional in de gezondheidszorg (n = 5), en niet-medicamenteuze behandeling (n = 3). Het gaat bijvoorbeeld om onnodig aanvragen van beeldvormende diagnostiek, onnodig voorschrijven van antibiotica en chronisch gebruik van maagzuurremmende medicatie zonder goede indicatie.1

Conclusie

Nederlandse klinische richtlijnen bevatten veel beter-niet-doen-aanbevelingen die door de huisartsen als zeer relevant worden ervaren. De lijst van dertig aanbevelingen met een hoge prioriteit kan gebruikt worden om huisartsen bewust te maken van laagwaardige zorg. Aangezien de aanbevelingen worden ondersteund door de meest recente gegevens uit internationale studies, kunnen beroepsbeoefenaars in de eerstelijnsgezondheidszorg en beleidsmakers wereldwijd de lijst gebruiken om deze verder te valideren in hun lokale context en om strategieën te ontwerpen om laagwaardige zorg te verminderen.1

Beter-niet-doen lijsten

De aanbevelingen voor de drie doelgroepen zijn online te vinden.

Referenties

  1. Van Dulmen SA, et al. BMC Prim Care. 2022; https://doi.org/10.1186/s12875-022-01713-y
  2. Verkerk EW, Et al.  Int J Nurs Stud. 2018; https://doi.org/10.1016/j.ijnurstu.2018.07.002
  3. Wammes JJ, et al. BMC Med. 2016; https://doi.org/10.1186/s12916-016-0747-7

Deel blog: